Stedelijke Middelmaat

ALLE WOONTYPEN

45 tot 60 jaar
Alleenstaand
Geen kinderen
Lage of middelbare opleiding
Parttime baan of werkloos
Beneden modaal
Sociale huurwoning (appartement)
Woonoppervlakte < 90 m2
Bouwperiode 1945 – 1989
Geen auto
De groep Stedelijke Middelmaat woont in stedelijke gebieden. Vaak met een winkelcentrum om de hoek en veel vrije tijd. Doordat ze werkloos zijn, is de verleiding groot om aankopen te doen die ze zich eigenlijk niet kunnen veroorloven. Bij deze groep is dan ook sprake van een bovengemiddeld kredietrisico. Deze groep leidt nu niet het leven, dat ze graag zou willen. Wel hebben mensen in deze groep volop plannen en willen ze een actief en prettig leven. Ze nemen echter niet altijd de meest verstandige beslissingen. ‘Het komt wel goed’, is wat ze denken. Stedelijke Middelmaat wordt graag door anderen bewonderd en is het liefst onafhankelijk.


[DISPLAY_ULTIMATE_PLUS]

Sociale huurders zijn alleenstaand of stellen van middelbare leeftijd en hebben het niet breed. Doordat een deel niet meer of alleen parttime werkt, moeten ze de eindjes aan elkaar zien te knopen met een minimum budget. Ze doen regelmatig een rondje met de hond of kijken televisie.



Deze groep vind je in de eenvoudige huurwoningen in de goedkopere randgemeenten van de middelgrote steden, zoals Zoetermeer, Westervoort, Vlaardingen of Capelle aan den IJssel. De voorzieningen in hun naoorlogse woning zijn niet eigentijds, maar voldoen. De inrichting is sobertjes, vaak opgeleukt met wat schilderijtjes en kleedjes. Voor de ramen hangt vitrage en soms staat er een goedkope auto voor de deur.

Sociale Huurders hebben niet veel om handen. Een deel is arbeidsongeschikt of werkt parttime, bijvoorbeeld als schoonmaker of in een fabriek. Er zijn ook niet veel sociale contacten. De dagen bestaan uit het zetten van een kopje koffie, boodschappen doen bij bijvoorbeeld Dirk of Lidl en het doen van de afwas. Tussendoor gaat de televisie regelmatig aan voor een favoriete soap of serie het liefst met de kat op schoot. Ook wordt er veel naar regionale radiozenders geluisterd. Deze groep staat eenvoudig en ongecompliceerd in het leven. Het is wat het is..
Verhuisgeneigdheid
Sociale Huurders hebben een lage verhuisgeneigdheid. Er bestaat een gat tussen de wens om te verhuizen en de mogelijkheid om dit ook daadwerkelijk te doen. Een hypotheek krijgen is lastig en voor sociale huurwoningen zijn de wachtlijsten erg lang.

Gewenst woonmilieu
Sociale Huurders willen – als ze verhuizen – naar een nette buurt met grondgebonden koop- en huurwoningen. Belangrijk vinden zij dat er voldoende voorzieningen op loopafstand zijn. Denk bijvoorbeeld aan een buurt­ of wijkwinkelcentrum. Vanwege hun slechte levensstijl, ouderdomsklachten of een zwaar fysiek beroep staat ook een wijkverpleegcentrum, apotheek en fysiotherapeut relatief hoog op het verlanglijstje. Ook goede bereikbaarheid met het OV is erg belangrijk.
Woningvoorkeur
Sociale Huurders richten zich sterk op de woning die ze kunnen krijgen. Dat is bij voorkeur een grondgebonden woning. Vaak accepteren ze een appartement, omdat er daarvan in de sociale huursector meer worden aangeboden.
> Voorkeur voor een huurwoning waarvan meestal een appartement.
> Huurprijs van € 400,- tot € 700,- per maand.
> Lichte voorkeur voor nieuwbouw.
> Type: zeer verschillend en afhankelijk van plek en budget een klein appartement of rijtjeswoning.

Voorkeur nieuwbouw
De groep Gezin en Carrière heeft een zeer grote voorkeur voor nieuwbouw. Als grootste minpunt van nieuwbouw locaties wordt de grootschalige opzet van de buurten genoemd. Deze groep herkent kwaliteit. Klussen vinden deze mensen echter niet erg, het is ook een zelfbouwdoel­ groep. Ook kopen zij graag een vrije kavel. Mede om die reden zijn ze betrokken bij het ontwerp van de woning en de wijk.


[DISPLAY_ULTIMATE_PLUS]